Na de dood van zijn vader, een Starfleet-officier die samen met zijn schip dapper ten onder gaat, groeit James T. Kirk op tot een recalcitrante jongeman die met enige regelmaat in de problemen komt. Na een vechtpartij met wat rekruten van Starfleet, daagt kapitein Pike (Bruce Greenwood), een oude vriend/collega van zijn vader, hem uit om in diens de voetsporen te treden. Pike weet James net genoeg te prikkelen dat hij zich aanmeldt en alleen maar om te laten zien dat hij het kan, loopt James over van ambitie. Dat brengt hem in conflict met Spock, een geniaal Vulcan-officier die James te roekeloos en ongeïnteresseerd vindt. Nog voordat de rekruten hun opleiding volledig hebben doorlopen, moeten ze al vol aan de bak. Via een handigheidje weet James een plekje te veroveren op de USS Enterprise, het hypermoderne vlaggenschip van de vloot. Samen met luitenant Hikaru Sulu, Pavel Chechov, Ntoya Uhura en Dr. McCoy moet James ter strijde trekken tegen een ogenschijnlijk onoverwinnelijke tegenstander. Deze tegenstander beschikt over een superieure technologie en de USS Enterprise zal het dus van andere kwaliteiten moeten hebben om deze strijd te overleven. Het is een strijd met een hoge inzet, want het lot van de planeten binnen de federatie staat op het spel. Deze elfde film in de succesvolle franchise heet officieel StarTrek en dat is te begrijpen, want de film gaat terug in de tijd en komt qua tijdslijn zelfs voor de serie te liggen. Dat betekent dat men teruggrijpt naar de bekende personages, alleen allemaal wat jonger. Het draagt wel bij aan de herkenbaarheid en wellicht voelt een groepje puristen, mensen die na het vertrek van Kirk en Spock zijn afgehaakt, zich weer wel tot deze film aangetrokken. Het is vanaf het begin tot het eind een groots spektakel en dat kun je wel aan regisseur/schrijver/producer J.J. Abrams (de man achter Mission Impossible III en de successerie Lost) overlaten. |